donderdag 22 april 2010

Landelijk Overleg Vakreferenten Geschiedenis

Vorige week was er weer een vakreferentenoverleg, dit keer in Leeuwarden bij Tresoar. Leuk, mijn Nijmeegse collega heeft er ook al over geschreven. De studiezaal van Tresoar is pas erg mooi verbouwd. Naast de boeken is er ruimte voor tentoonstellingen (nu de foto-tentoonstelling over Gerard Reve, Woelrat en Tijgetje in hun Greonterper jaren) en filmvoorstellingen. We waren een paar jaar geleden ook al bij Tresoar maar toen nog niet de Buma-bibliotheek (Griekse en Latijnse Taal- en Letterkunde) en de Fuks-collectie met Hebreeuwse werken gezien, nu wel. Na de lunch een verhaal bij de portretten en stukken van winnaars van de Gysbert Japicxprijs. Mooi hoor!

De vergadering ging over de ontwikkelingen bij de instellingen, over open access, het delen van internetbronnen en het afstemmen van digitaliseringsprojecten. Ik heb bijvoorbeeld idee om het Plakkaatboek te digitaliseren, hoe kan ik makkelijk nagaan of iemand dit al niet gedaan heeft? Het zou toch mooi zijn als we konden afspreken dat we om te beginnen in GGC zouden aangeven dat een werk gedigitaliseerd wordt of is of dat er plannen toe zijn, net als dat bij het Metamaforze project ook gebeurde. Maarja, in het geval van bijvoorbeeld de UB Utrecht die veel oude drukken gedigitaliseerd heeft maar niet in GGC catalogiseert, was dit geen oplossing geweest. Ik schreef al eerder over een nationale bibliotheekcatalogus die hiervoor zou kunnen dienen.

Een aantal ontwikkelingen vielen me tijdens het overleg op. Bij de universteitsbibiotheken worden vakgebieden samengevoegd, het vak wordt generieker. Als vakreferenten met pensioen gaan worden ze meestal niet opgevolgd; hun werkzaamheden worden ondergebracht bij een andere vakreferent. Die andere vakreferent heeft niet persé verstand van het vakgebied dat hij onder zich krijgt. Dat leer je wel bij is het idee, al niet niet met hulp van de wetenschappelijke staf van de faculteit. Hoe zorgvuldig blijft de collectievorming en ontsluiting dan? Worden we straks alleen maar aanbieders? We moeten toch verrijken zodat gebruikers beter kunnen vinden?

Een tweede trend, hierboven al even aangestipt, is de (gewenste) grotere rol van de onderzoekers/docenten bij de collectievorming. Dit wordt wel het “Nijmeegse model” genoemd waarin de hoogleraar boekvoorstellen doet. Bij een aantal bibliotheken geschiedenis functioneert al jaren een bibliotheekcommissie met leden uit de faculteit of de vakreferent heeft sowieso goed contact met de wetenschappelijke staf. Bij andere geschiedenisbibliotheken is dat veel minder. De bibliotheek verwacht een inbreng vanuit de faculteit maar daar is ook maar beperkt tijd beschikbaar en men vindt het eigenlijk ook wel erg prettig dat het gewoon door de vakreferent gedaan wordt.

Verder faciliteren de UB's het onderzoek door zgn. collaboratories of virtuele kennis centra in te richten: digitale platforms voor onderzoekers. Interessant. En natuurlijk, alle instellingen zijn aan het reorganiseren waarbij de de universiteitsbibliotheken gaan naar één bibliotheekorganisatie i.p.v. een UB en faculteitsbibliotheken.

Volgende keer, in november, vergaderen we in Utrecht.

maandag 12 april 2010

Aanwinsten maart

In maart hebben we interessante titels aan onze collectie toegevoegd. Bijvoorbeeld de biografieën van prins Bernhard, Troelstra, Hans Teengs Gerritsen en Luns. Van Luns zijn ook de boeken uit zijn archief verwerkt. Deze boeken hebben als extra trefwoord 'collectie Luns' mee gekregen zodat ze altijd als zondanig herkenbaar zijn. Verder op de aanwinstenlijst boeken over o.a. Den Haag in de Tweede Wereldoorlog met foto's van Schimmelpenningh, bruggen in Nederland, de geheime archieven van het Vaticaan, web 2.0 toepassingen voor archieven, etc. Maar bekijk vooral de complete aanwinstenlijst van maart (7 pag.).

Leuk om nog te vermelden: van de 115 boeken die we tot nu toe in 2010 hebben verwerkt, is voor 42 boeken (37%) de collectie van het Nationaal Archief gebruikt. Deze zgn. bewijsexemplaren zijn in de bibliotheekcatalogus te vinden door op de term 'bewijsexemplaren' te zoeken.

donderdag 8 april 2010

Archiefbibliothecarissen-overleg

Afgelopen dinsdag was er weer een archiefbibliothecarissen-overleg, dit keer bij Het Utrechts Archief in de Hamburgerstraat.

Mooie locatie die laagdrempelig is opgezet met tentoonstellingen voor geïnteresseerd publiek en een studiezaal waar kopiedocumenten over voorouders en woonomgeving te raadplegen zijn. Originele stukken raadpleegt men aan de Alexander Numankade. We kregen een rondleiding waarbij de lange geschiedenis van het gebouw vanaf de Middeleeuwen, van abdij tot rechtbank, aan het licht kwam. Tijdens de Tweede Wereldoorlog huisden de Duitse bezetters in het gebouw. De wapenopslag van het verzet in de kelder is door hen echter nooit ontdekt. Mooi verhaal.

Er zijn altijd wel een paar trends te bespeuren tijdens zo'n overleg. Deze keer waren dat komende verhuizingen/verbouwingen en daarmee gepaard gaande vernieuwde bibiotheekopstellingen in de studiezaal, geïntegreerde zoekfuncties op de sites van de archiefinstellingen waarbij tegelijkertijd door alle bestanden (dus ook de bibliotheek) van het archief gezocht wordt (vanuit één systeem als Maisflexis of via een zoekschil), en bij een aantal archieven is de zelfstandigheid in het geding en gaat men wellicht samen met andere gemeentelijke diensten.

Het thema was deze keer web 2.0. waarover ik iets mocht vertellen. Ik heb laten zien wat de Nationaal Archief bibliotheek heeft meegenomen uit de 23-archiefdingen (dit blog, Twitter, LibraryThing, RSS/Netvibes, Archief (en Bibliotheek) 2.0). Er ontstond een levendige discussie/uitwisseling. Heel plezierig en nuttig!

Volgende keer (locatie nog onbekend, misschien Haarlem) gaan we het hebben over het zgn. 'klein materiaal' ook wel 'klein drukwerk' of 'gedrukte stukken' geheten. Hierbij moet je denken aan publicaties die niet volgens de regels te titelbeschrijven zijn maar wel in de bibliotheek bewaard worden. Ik ben benieuwd. In de Nationaal Archief bibliotheek hebben we dat soort materiaal namelijk niet omdat dat in de archiefcollectie bewaard wordt. Overigens is na afloop op het terras al weer een volgend onderwerp bedacht: een gesprek met een IDM-docent en/of student over wat men tegenwoordig leert op de opleiding en hoe en waarom dat wel/niet aansluit bij onze dagelijkse praktijk. Wat vinden jullie daarvan?

vrijdag 2 april 2010

Publicaties verstopt in archieven

Gistermiddag met vertegenwoordigers van Tresoar, Stadsarchief en Athenaeumbibliotheek (SAB) Deventer, Historisch Centrum Overijssel, Aletta, Koninklijke Bibliotheek (KB) en OCLC bij elkaar gekomen voor de vraag 'Hoe krijg je tijdschriften, kranten en boeken die in het archief verborgen zitten toegankelijk voor het publiek?' Hierbij is een onderscheid te maken tussen publicaties die niet als zodanig of in heel algemene termen ('documentatie', 'gedrukt materiaal') in archiefinventarissen beschreven zijn en publicaties die je wel al met titel en auteur op archieven.nl of in een (digitale) archiefinventaris kunt vinden maar die het publiek toch niet makkelijk vindt omdat men voor het zoeken van een boek niet direct aan een archief denkt. Voor de selectie van de eerste categorie zullen archieven en hun archiefbibliotheken zelf in actie moeten komen. Voor de tweede categorie kan er misschien door systemen geharvest worden.

Het overleg ging geleidelijk aan over naar het idee van een vrij toegankelijke nationale bibliotheekcatalogus waar het GII-consortium (UKB,WSF-bibliotheken, VOB, + BRAIN?) mee bezig is, op basis van het GGC (Gemeenschappelijk Geautomatiseerd Catalogiseersysteem). Het voordeel van één nationale bibliotheekcatalogus is voor het publiek heel duidelijk. Zeker ook omdat die in verbinding staat met Worldcat en Google. Maar ook aan de 'achterkant' voor de bibliotheken is één catalogus erg handig, bij digitaliseringsprojecten en deselectie-overwegingen bijvoorbeeld.

De archiefbibliotheekcollecties zouden dan ook in GGC ingevoerd moeten kunnen worden, als éénmalige invoer of structureel. Interessante gedachten waar OCLC ook positief tegenover staat. Er bestaat een speciaal OCLC-pakket voor kleine bibliotheken waarmee tegen gereduceerd tarief in GGC ingevoerd kan worden. We hebben ook gesproken over het zgn. medische-bibliotheken-model (die als groep in GGC catalogiseren) en over het STCN-model waarbij bibliotheken in GGC alleen aan bestaande beschrijvingen gaan 'hangen' en het nieuwe catalogiseerwerk door GGC-geschoolde collega's uit het land laten doen.

Kortom een vruchtbare middag. Ik verwacht dat we in mei weer bij elkaar te komen om dan aan de hand van voorstellen van OCLC wat concretere plannen te kunnen maken.

Bij het Nationaal Archief overigens hebben we eind vorig jaar een klein beginnetje gemaakt met het zichtbaarder maken van gedrukte publicaties in de archiefcollectie. We zijn gewoon begonnen met het in de bibliotheekcatalogus vermelden van elke publicatie die ad hoc door medewerkers in het archief wordt aangetroffen. Bijvoorbeeld zo.